Van idealen tot de strop(deel 2)

De laatste reis
De laatste reis

Dit tweede deel schrijf ik vanuit m'n eigen ervaringen,observaties en het contact met Bert.

Bert was een getekend man, leefde teruggetrokken op z'n schip. Hij was vriendelijk van aard want in het voorbijgaan groette hij altijd vriendelijk. Dagelijks liep ik langs z'n schip omdat ik met m'n gezin iets verderop lag en we via de steiger hem wel moesten passeren wilde we op de wal komen. In die zin waren we verwanten want we waren immers met z'n allen waterzigeuners. Waterzigeuners hebben een bijzondere band met elkaar. Een soort van gelijkgestemde verbondenheid. Een loyaliteit die ikzelf aan de wal nog niet heb mogen ervaren. 

Enfin,... Het maakte dat ik een mateloze bewondering had voor Bert. Hij kon nauwelijks bewegen en toch deed hij z'n uiterste best om door te leven. Vaak keek ik naar 'm vanuit m'n stuurhut. Stiekem bespiede ik Bert. Wel vanuit verwondering en bewondering. Om van z'n schip af te komen had hij een soort van huishoudtrapje vastgemaakt aan de zijkant. Met een touwtje liet hij dan z'n rollator op de steiger zakken. (deze moest elke keer mee aan boord omdat het verboden is om iets op de steiger te laten staan) vervolgens liet hij zich behoedzaam, trede voor trede zakken tot hij op de steiger achter z'n rollator stond.

Nou, dit tafereel duurde zeker zo'n 20 minuten maar.... Bert stond op de steiger. 

Om aan de wal te komen rolde hij de steiger omhoog. Dit naar een hek. Om deze van binnenuit te openen dient er eerst een knop ingedrukt te worden en vervolgens heb je dan enkele minuten de tijd om 10 meter verderop het hek te openen. 

Goed systeem, zou je denken, maar voor Bert een onneembare horde. Althans zo bleek vaak. Bert drukte op de knop, draaide z'n pijnlijke fragiele lijf om om naar het hek te rollen... 

En dan.... 

Dan... 

Waren de minuten om en moest Bert weer terug om weer op die knop te drukken. 

Dit herhaalde zich tot net zolang hij het op tijd haalde.

Weer 20 minuten verder stond Bert op de wal en schuifelt naar het badhuis. Na een uur arriveert Bert bij het badhuis van de haven om zich te kunnen wassen.... En... Nu hij er toch was... Eens naar het toilet(wel zo prettig te bedenken dat hij aan boord op een emmer moest bij gebrek aan een toilet.) Voor Bert een enorm avontuur omdat al jaren het invalidetoilet op slot blijft. 

Rest hem dus niet anders dan zonder rollator een wc hokje binnen te gaan en zich, zonder beugels, op de pot te laten zakken.. Laat staan er weer vanaf. Vervolgens de tocht naar de douche... 3 deuren verderop weliswaar maar een reis voor Bert. 

De douche. Er is een ietwat grotere douchruimte dus.... Hier kon hij naar binnen met rollator. Fijn voor hem. 

Maar dan.... 

..... Een glibberige attractie is er niks bij want.... 

Moet je je toch voorstellen dat je je nauwelijks kan bewegen en je uit moet kleden, inzepen, afdrogen en weer aan moet kleden zonder enige beugel aan de muur voor grip. 

Een hachelijk avontuur wat vaker fout ging en nog vaker bijna fout. 

Maar hé.... Bert was een doorbijten, zeurde niet en ging gewoon door. 

En jawel hoor, na zo'n 2,5 uur kwam Bert weer richting z'n schip en herhaalde het hele ritueel zich in omgekeerde volgorde. 


Z'n schip was 'm alles. En vaak zag k 'm ook aan dek. 

Dan had hij zich, met borsteltje en emmertje sop naar boven gewerkt en zat hij op z'n achterste centimeter voor centimeter z'n scheepie te boenen. 


Op mijn vraag of k hem even zou helpen antwoorden hij steevast, "dankjewel, maar is niet nodig, het gaat erg langzaam maar het lukt". 

Het uitspreken van dit antwoord kostte hem al 10 minuten. 

Dat maakte ook dat mensen niet de moeite namen om met hem te spreken. Het duurde lang. Ik trok er graag wat tijd voor uit omdat ik erg geïnteresseerd was in de man en in de man's leven. 

Hij was hier in Hellevoetsluis terecht gekomen. Het is nooit zijn vrijwillige keuze geweest. 

De omstandigheden maakte de situatie. Zo nu en dan waren er ook problemen omdat de uitkering vanuit het buitenland moest komen. Zo nu en dan werd Bert gemaand door de havenmeester snel te betalen. 

Kijk, Bert wilde geen meelij, eiste geen aandacht op en mopperde nooit. 

Bert trok z'n plan, deed wat hij moest doen, miste Ina elke dag en had pijnen, ondraaglijke pijnen. 


Nou is het nog niet zo heel lang geleden dat Bert, wederom net teruggekeerd van z'n wasmissie, bij het Hek stond. Hij knipoogt nog naar m'n jongste dochtertje die met haar hondje bij datzelfde hek staat. 

De havenmeester arriveert en start een scheldcannonade tegen Bert. Het liggeld is weer te laat. Bert moet niet denken dat de havenmeester hem zielig vind want we houden hier geen rekening met zielige oudjes met handicaps.... Betalen mot je... Anders sleep ik je schip er uit. 

Mijn dochtertje rent huilend terug naar huis. Ze is in en in verdrietig. Ontroostbaar omdat de havenmeester Bert helemaal heeft uitgescholden. 

De dagen gaan.... 

De dagen... 


Week... 


Bert, doet niet meer open. 

Tafeltje dekje, kan de maaltijd niet meer aanbieden... 

Bert... 

Bert... 

Buurman... 

Waterzigeuner Bert, heeft zich.... 

... Is dood. 


Nooit meer heeft iemand over Bert gesproken. 

De haven verantwoordelijken hebben niemand laten weten dat Bert was overleden. 

Bert is weg,... Dood... En naar ik hoop bij z'n Ina. 


M'n dochtertje loopt nog elke dag langs het schip van Bert(de haven wil het schip niet ergens anders leggen... Ook niet omdat het traumatisch zou zijn voor mijn kinderen) elke dag loopt ze er langs.... En als het donker is loopt er iemand met haar mee omdat ze het eng vind. 


Nou, Bert, ik weet dat dit niet voor je had gehoeven maar ik vind. Een man, een schipper, een mede waterzigeuner, buurman en vriend mag nooit vergeten worden. Daarom dit verhaal. Ik blijf het vertellen zo lang ik leef en draag het over aan m'n kinderen opdat ook zei het doorgeven. 

Bert, je bent mijn held en hierbij jou verhaal tot in de eeuwigheid. 

Vaarwel en... Hé... Doe Ina de groeten van me. 


Skipper